Skip to content

De kussendrager

Kussendrager bij de Harlinger burgerschutterij

De oudste vermelding van kussendrager bij de schutterij werd gevonden in de reglementen voor de wacht uit 1655.

Taakbeschrijving

De taken van de kussendrager zijn in de schutterijreglementen vastgelegd. Overdag ging hij langs de huizen van de officier en adelborsten om hen te laten weten dat zij de komende nacht de wacht hadden.

Hij bracht dan gelijk de kussens van de adelborsten naar het adelborstlogement waar zij de nacht zouden doorbrengen. Het voor de hele stad zichtbare gesjouw met kussens bezorgde hem zijn markante naam. Misschien nam hij de kussens alvast mee om druk op de ketel te zetten. Niemand zat op een nacht in het logement te wachten. De kussendrager hoorde bij zijn tocht langs de huizen ook de argumenten aan waarom iemand echt niet de wacht kon doen en hij besliste of die argumenten legitiem waren.

Terwijl ‘s avonds de stadspoorten werden gesloten en de sleutels naar de burgemeester werden gebracht bereidde de kussendrager het verblijf in het logement voor. Hij stookte de kachel en maakte de bedden op. De hele nacht bleef hij paraat om voor de officier en de adelborsten te zorgen en de orde te bewaren. Als de volgende ochtend de sleutels weer werden opgehaald en de poorten werden geopend zat de dienst van de kussendrager erop.

Het einde van de kussendrager

De reglementen laten zien dat de functie in de loop van twee eeuwen op onderdelen werd aangepast. Uit het reglement van 1785 blijkt dat de benaming kussendrager wordt vervangen door onderwachtmeester.  Vanaf dat moment worden er geen kussens meer opgehaald. Desondanks nam Thijs Gijssens in 1811 nog de naam Kussendrager aan.

reglement 1785

Slaapplaats adelborstkamer

Burgerschutterij-administratie van rond 1785 bevestigt dat er op de adelborstkamer geslapen werd. In die tijd beschikte de burgerwacht kennelijk zelf over kussens en hoefde de onderwagtmeester ze niet meer van huis te halen.

Aankoop van goederen voor de adelborstkamer en voor kussens en slopen (bron: www.kleinekerkstraar.nl)